Verminderen intensiteit van hitte-eilanden op klimaatadaptieve manier

Tim Pleging is afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) in de richting Spatial Design. Zijn afstudeerproject ‘Cool down? Green up!’ richtte zich op de vraag hoe de intensiteit van hitte-eilanden op een klimaatadaptieve manier verminderd kan worden. Op basis van negen omgevingsfactoren wordt duidelijk hoe groot het hitte-eilandeffect op een locatie, zoals pleinen, is en wat gedaan kan worden om de temperatuur te laten dalen.

Het grootste gevolg van de verstening is het ontstaan van hitte-eilanden. Langdurige hitte heeft verschillende negatieve gevolgen, onder andere voor de gezondheid van de mens en de natuur. Tijdens een hittegolf sterven er in Nederland ongeveer vijftig mensen per dag meer.

Ook steden in het buitenland krijgen steeds vaker te maken met hitte-eilanden. De Europese steden zijn stedenbouwkundig erg verschillend. Zo is het centrum van Londen en Parijs opgebouwd in blokken met binnenplaatsen. Het centrum van Amsterdam bestaat daarentegen juist uit rijen bebouwing met daartussen grachten. Tijdens zijn onderzoek heeft Pleging van verschillende steden de opbouw en voorkomende hitte-eilanden geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Hierdoor wordt duidelijk welke factoren de intensiteit van hitte-eilanden laten toe- en afnemen. De geanalyseerde steden zijn geselecteerd op basis van klimaat, het aantal zonuren en de gemiddelde zomertemperatuur.

Verkoeling
Deze analyses van de verschillende steden laten zien dat twee factoren een belangrijke rol spelen bij de verkoeling van de stad: vergroening en warmtetransport. Groen zorgt met zijn natuurlijke processen, evaporatie en transpiratie, voor verkoeling in de omgeving. Daarnaast zorgt beplanting ervoor dat zeventig procent van de zonnestraling de grond niet bereikt door de schaduwvorming. De grootste waarde van bomen en planten is hun gebruik van zonne-energie door fotosynthese. Hierdoor wordt de zonne-energie opgenomen en door de beplanting gebruikt om te groeien. Het wordt dus niet zoals bij verharding weerkaatst naar de omgeving, waardoor deze minder opwarmt.

Stromend water en wind zijn de twee natuurlijke vormen van warmtetransport. Veel grote steden zijn langs rivieren gebouwd. De rivier is een natuurlijke airconditioner door de toevoer van koel water. De stroming voert het in de stad opgewarmde water direct af. Wind veroorzaakt ook een natuurlijk warmtetransport. Koele lucht wordt door brede openingen de stad ingeblazen en zorgt ervoor dat de warme lucht zich verplaatst en mengt met koele lucht.

Omgevingsfactoren
Op basis van de analyses zijn negen omgevingsfactoren in kaart gebracht die invloed hebben op de intensiteit van de hitte-eilanden. De negen omgevingsfactoren zijn:

  1. temperatuur
  2. grondsoort
  3. percentage verharding
  4. verkeersintensiteit
  5. straatprofiel
  6. percentage beplanting
  7. water
  8. locatie in de stad
  9. hoogte van de bebouwing

Bij elke factor zijn er keuzemogelijkheden die op een locatie van toepassing zijn. Elke mogelijkheid heeft een percentagebalk die aangeeft hoeveel invloed deze heeft op een hitte-eiland. Na de toetsing van het gebied wordt door het gemiddelde van de percentages te berekenen duidelijk wat de intensiteit van het hitte-eiland is. Daarnaast wordt op een overzichtelijke wijze zichtbaar op welke manier de temperatuur verminderd kan worden. Hier een beschrijving van vier van deze omgevingsfactoren.

Hoe werkt het?
De negen omgevingsfactoren zijn toegepast op verschillende locaties. Een daarvan is het Leeghwaterplein in Den Haag, een gebied met veel bebouwing en verharding. Na toetsing van de omgevingsfactoren komt naar voren dat de intensiteit van de hitte-eilanden erg hoog is: 94,3 procent (dit is de huidige situatie).

Minimale aanpassingen
Door twee nieuwe situaties te schetsen, wordt duidelijk hoeveel de intensiteit verminderd kan worden. De eerste variant heeft minimale aanpassingen, de huidige verkeerssituatie wordt hierbij niet veranderd. Er worden groene gevels en bomen aangelegd en de trambaan krijgt een ondergrond van gras. Hierdoor veranderen drie omgevingsfactoren, het gemiddelde percentage van de omgevingsfactoren daalt hierdoor tot 58,6 procent.

Utopie
De tweede variant heeft grote invloed op de huidige verkeerssituatie en schetst een utopie. Auto’s zijn uit het straatbeeld verdwenen en beplanting is hiervoor in de plek gekomen. De groene gevels zijn, net zoals de eerste variant, ook hier aanwezig. Bovendien is het water rondom het Leeghwaterplein verlengd en verbonden waardoor stromend water ontstaat. Door deze aanpassingen zijn vijf omgevingsfactoren veranderd, het gemiddelde percentage van de omgevingsfactoren daalt hierdoor tot 28,6 procent.