Onderzoek: gedragsinterventie die mensen stimuleert om tegels in hun voortuin te vervangen door groen

Student Emile van Rooij (Radboud Universiteit)  heeft in het kader van Operatie Steenbreek voor de gemeente Nijmegen een sociaalpsychologische interventie ontwikkeld om mensen met een volledig betegelde voortuin te stimuleren om tegels uit de tuin te halen.

De aanleiding voor dit onderzoek is dat er in Nederland steeds meer voortuinen worden betegeld. Het vooronderzoek dat Van Rooij heeft uitgevoerd, bestond uit het afnemen van tien interviews bij mensen met een volledig betegelde voortuin in de wijk Wolfskuil in Nijmegen. Dit is een wijk met lage sociaal economische status (SES). Uit deze interviews blijkt dat een veelvoorkomende veronderstelling is dat een betegelde tuin minder onderhoud kent. Het valt op dat bijna iedereen in deze wijk aangaf geen planten in hun voortuin te willen. Er heerst dus veel weerstand tegen planten in de voortuin.

Gebrek aan interesse
De belangrijkste oorzaken uit de literatuur en uit de interviews zijn dat mensen letten op de voortuin van de buren, dat ze verzorgd over willen komen, het lage onderhoud dat een betegelde voortuin vereist en het gebrek aan interesse in het milieu.  Nu deze oorzaken bekend zijn, heeft Van Rooij deze gekoppeld aan wetenschappelijke gedragsliteratuur.

Aan de hand van de bovenstaande oorzaken heeft Van Rooij een sociaalpsychologische interventie ontwikkeld om mensen met een volledig betegelde voortuin te stimuleren om een of meerdere tegels uit de tuin te halen. Er is geprobeerd hierop in te spelen door middel van een folder met sociaalpsychologische technieken. Mensen die de interventiefolder kregen haalden niet significant vaker tegels uit de voortuin dan mensen die de controlefolder kregen.

Om meer informatie te verkrijgen over de werking van de folder is er een aanvullend onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de interventiefolder wel degelijk de intentie van mensen om een of meerdere tegels uit de voortuin te halen heeft verhoogd. Ook hadden deze mensen minder weerstand tegen de inhoud van de folder en kregen ze sterker het gevoel dat er zowel ruimte is voor functionele aspecten (stoelen, groene / grijze bakken, parkeren van bijvoorbeeld fiets of auto) als voor groen ten opzichte van de mensen die de controlefolder hadden gezien. Doordat de intentie wel degelijk was verhoogd, kan er worden geconcludeerd dat het uitzetten van een hoger aantal folders eventueel wel voor een effect kan zorgen.

Voor meer informatie over het onderzoek ‘Een Groen Steentje Bijdragen’ kunt u contact opnemen met Emile van Rooij. Van Rooij is te bereiken via emilevanrooij@gmail.com